zondag 21 april 2013

Liefde is de bron van het leven, het is geven en ontvangen

Onderstaande dagtekst lezende komen opnieuw herinneringen boven die mij kracht gaven om door te gaan. De bron van het geloof. Met Berry ben ik vijftien keer verhuisd. Altijd dachten we het beter te krijgen en altijd weer moest hij voor maanden het ziekenhuis in en revalideren. Wat je probeerde op te bouwen werd vroegtijdig weer afgebroken. Nooit lieten we ons er onder krijgen. Er waren ergere dingen in het leven en een ander had het meestal zwaarder dan wij. Wij hadden onze eigen drie gezonde kinderen en daarnaast altijd wel een paar pleegkinderen in huis. Ondanks de armoede en het feit dat we nauwelijks rond konden komen was het een warm nest. Ik hoop ook altijd maar dat we onze eigen kinderen en ieder pleegkind iets mee hebben kunnen geven, ondanks dat ze het met onze leefwijze niet altijd eens waren. Maar welk kind is dat wel, bedenk ik dan.

In die jaren ontmoetten wij, goedgelovig als we waren, altijd weer mensen die misbruik maakten van ons geluk en armoede. Nee, ik moet het anders zeggen. Wij lieten ons misbruiken. Zo hadden we een buurman in Nijmegen die op gegeven moment 5000 gulden wilde lenen. Wij hadden het niet en besloten een lening te sluiten opdat hij was geholpen en met zijn belofte dat hij het netjes terug zou betalen. Voor ons beiden is een belofte altijd heilig geweest. Voor mij geldt dat nog steeds. Toch bleef in mijn gevoel de twijfel knagen of we er wel goed aan deden. De dag voor we het geld op konden nemen gebeurde er iets waardoor Berry en ik allebei wisten dat hij onbetrouwbaar was. We hadden een belofte gegeven om dat geld te lenen en twijfelden. Zou hij het ooit terugbetalen? Ieder wijzer mens zou hem laten stikken, echter wij niet. Gaven het geld, terwijl in ons hart wisten dat hij misschien nooit zou betalen. Wij konden die aflossing niet missen, maar toch. Een belofte was en is nog steeds iets  dat je nakomt. De man had kleine kinderen, echter wij ook. Tegen beter weten in en dom genoeg, werd het geld gegeven, zonder zelfs een verklaring te laten tekenen. Natuurlijk hebben we nooit één cent terug gezien.  Korte tijd later was het gezin met de noorderzon vertrokken en hadden wij het nakijken. Een paar maanden later moest Berry voor de zevende zware operatie naar het ziekenhuis. De zevende in 15 jaar, tevens de zwaarste. Het duurde meer dan een jaar voor hij weer op de been was. Inmiddels waren we opnieuw alles kwijt en kwamen voor het eerst in de bijstand. De lening hebben we in drie jaar afbetaald, maar dacht u dat we nu echt leergeld hadden betaald? We waren best hardleers. Geloofden mensen en hun verhalen. Er zijn meer goede dan slechte mensen op de wereld, daar blijf ik in geloven, ondanks alles. En altijd heb ik mij afgevraagd wat erger was. Het bedrog, wij waren niet de enigen die de dupe van zijn praktijken waren, of om altijd op de vlucht te moeten voor je schuldeisers. We hebben het gezin liefde gezonden in de hoop dat hij, de vader die de aanstichter was van alles, ooit in zou zien hoe fout hij bezig was. Dit alles kon wel pas nadat de boosheid was verwerkt. Uiteindelijk was het onze eigen schuld.

Jaren later hadden we aan een horeca bedrijfje wat geld overgehouden. Berry zag een klein boerderij hotelletje te pacht staan in Wezuperbrug. Het lag tijdens onze eerste kennismaking  stralend in de zon aan het kanaal. Een lange rij bomen langs de oprijlaan. Wij waren buitenmensen en gelijk verkocht. Het hotelletje lag midden in het land. De eerste buren woonden meer dan 100 mt. bij ons vandaag. Echter na het eerste gesprek met de eigenaars gaf mijn gevoel aan dat er iets niet klopte. Berry was er weg van en wilde zo graag dit hebben dat ik mijn gevoel opnieuw totaal opzij zette. We besloten het bedrijf over te nemen, maar niet voor wij de Amro bank lieten uitzoeken of alles wel klopte. Wij hadden nog wat geld nodig om te investeren. Een dag later belde de directeur van de bank dat alles in orde was. Nog twijfelde ik en vroeg de bank of zij echt alles hadden gecontroleerd. Volgens hen waren nergens problemen en vol plezier startten wij het bedrijfje.

U begrijpt het vast wel. Mijn gevoel had me voldoende gewaarschuwd en ik had niet geluisterd. De bank had namelijk niets gecontroleerd. De cijfers waren vervalst. Er was nauwelijks omzet. Hun hypotheekrente was maanden niet betaald en zij hadden het pand nooit aan ons mogen verhuren en de inventaris verkopen. Allemaal zaken die een bank uit hoort te zoeken, waar wij geen gegevens van krijgen. Ik heb me vaker afgevraagd of zij toevallig ook deze bank erbij hadden en er vriendjespolitiek in het spel is geweest.

Erger was dat ik vijf maanden later vroeg in de ochtend werd gebeld door een notaris, nadat een week tevoren een man van de ING was geweest voor informatie. Deze bankmanager wist niet eens dat de eigenaars weg waren. Zij hadden vijf maanden hun hypotheek niet betaald, daarom kwam hij praten. Dat wij er nu inzaten en hen vijftigduizend gulden hadden betaald, maakte geen onderscheid. De notaris deelde ons mede dat wij er binnen twee maanden uitgezet werden en het pand openbaar geveild. Berry zag het allemaal niet meer zitten en mijn woorden: “als hier een deur sluit opent zich daar een venster’ hielpen hem niet. Van alles deden we om te voorkomen dat we er uit moesten. Echter ons geld hadden de eigenaars al weggesluisd. We konden het pand niet zelf meer kopen en bleven zonder één cent van de ene dag op de andere zitten.

Op zoek naar een ander huis, zodat we in ieder geval konden wonen, was een nog grotere ramp. De woningbouw weigerde ons een woning te geven. Volgens hen waren we hokkers en niet getrouwd. Moesten eerst maar eens het trouwboekje overleggen. Berry had inmiddels zijn eerste hartinfarct gekregen, net tijdens de Pasen en het druk was in de zaak. Mijn oudste dochter, toen 16 jaar, nam de keuken over en met veel burenhulp, die direct op kwamen draven toen ze de ziekenwagen weg zagen rijden, hebben we ons erdoor geslagen. We kregen twee maanden om te verhuizen. Moesten de inventaris achterlaten, die van de bank bleek te zijn, maar wel door ons al gedeeltelijk betaald. Inmiddels had ik de AMRO bank gebeld, die had nagelaten om inlichtingen in te winnen. Ik moet zeggen van hun kant hebben zij alles gedaan om goed te maken wat fout was gegaan. Zij hielpen ons aan een eerste klas advocaat. Onze schuld bij hen werd kwijtgescholden. Echter de gevolgen waren niet meer weg te poetsen. Er bleef nog genoeg schuld over naast alle ellende.

In de laatste twee weken voor wij er uit moesten belde mijn zwager of we met een groep vrienden een paar dagen mee gingen kamperen. Dan hadden we even iets anders voor ogen. Tijdens die dagen in Hoensbroek kreeg onze oudste dochter een acute blindedarmontsteking. Een ongeluk komt nooit alleen. Ze moest tien dagen in het ziekenhuis blijven. We besloten dat Berry met onze zoon van negen in de tent op de camping zou blijven om dagelijks naar het ziekenhuis te gaan. Ik zou met de jongste dochter het huis leeghalen. Er was al heel veel ingepakt. Heel veel hulp kreeg ik van de buren. Men hielp verhuizen en alles mocht opgeslagen worden op een van de hooizolders, zodat we daar geen omkijken naar hadden. Wat nu……., vroeg ik me nu ook wanhopig af en bad om hulp. Voor ik terug ging naar Hoensbroek moest ik rustig zijn. Berry had het al moeilijk genoeg met zijn hartproblemen en oorlogssyndromen van het Jappenkamp. Eén moest sterk blijven. Waar moesten we heen? Geen huis, alleen twee tenten. Ik besloot terug te gaan naar de tent in Hoensbroek en bleef hulp vragen. Op advies van Joodse vrienden vroegen wij voor Berry bij Pelita een oorlogsuitkering aan. Het heeft negen maanden geduurd voor hij een kleine bijdrage kreeg.

Vijf dagen later mocht de dochter naar huis onder voorwaarde dat zij niet in de tent terecht kwam. Vrienden belden ons uit Capelle aan de IJssel dat zij bij hen terecht kon en dat er in ieder geval tijdelijk werk voor mij was in een friettent waar Berry mij bij kon helpen zonder inspanningen te leveren. We namen het met beide handen aan. Verhuisden de tenten naar de dichtstbijzijnde camping in Gouda in de hoop een oplossing te vinden voor het woonprobleem. De kinderen moesten zo snel mogelijk weer naar school. In Gouda was de enige keramiekopleiding en de jongste dochter wilde die volgen. De oudste dochter vond met behulp van andere vrienden uit Gouda een baan. We besloten een huis in Gouda aan te vragen, maar werden geweigerd. Woonden inmiddels al een maand in twee tenten met hond en papegaai. Hadden over beide tenten heen een extra zeil gespannen om meer leefruimte te creëren met een grote eettafel. De gemeente had ons wel een maatschappelijk werkster toegewezen, die van alles regelde tot inkomen toe, maar niets voor elkaar kreeg wat wonen betrof. Het werk was maar van tijdelijke aard geweest ter overbrugging had het financieel even geholpen. Er was één persoon bij de gemeente Gouda die steeds weer zei dat als het aan hem lag, wij nooit een huis zouden krijgen. Inmiddels hadden de kranten al vol gestaan over ons gezin en waren we zo’n beetje het middelpunt geworden van alle zomeredities, die niets anders te schrijven hadden.

De tijd verstreek. Bijna vier maanden regen en zomerstormen afgewisseld met wat mooie dagen, deed zelfs mijn optimisme slinken naar nul. Na opnieuw een nacht storm bleek het zeil welke de twee tenten overlapte totaal aan flarden gescheurd. Ik belde de brandweer die eerst niet wilde komen. Echter toen zij hoorden dat de tent ons huis was kwam men met groot geschut. De weg naar de camping ‘het Goudse Hout’ werden aan beide kanten afgezet en er werd een betere overkapping gemaakt dan er was geweest. Men was een en al behulpzaamheid.

Elke buitenlander die ons land destijds binnen kwam kreeg een woning en inrichting en wij bleven in de tent zitten door tegenwerking van één ambtenaar. Zijn naam ben ik vergeten, zijn gezicht en grijns zal ik nooit vergeten. Ik schreef in wanhoop de koningin en legde alles uit. Binnen een week stond haar hoogste ambtenaar persoonlijk in de tent en hielp mij om twee procedures te starten tegen de gemeente Gouda. Een AROB procedure en een bij de raad van State. We kregen de beste advocaat toegewezen, maar volgens hem was ik zelf de beste advocaat met mijn verhaal. We wonnen beide procedures en na zes maanden in storm en regen met af en toe wat zon doorgebracht te hebben kregen we een flat toegewezen. Op de trappen van de raad van State, na afloop van de procedure, zei dezelfde ambtenaar die ons zo tegenwerkte nog: ‘Als het aan mij ligt krijg je geen huis.’ Zijn blik was vol haat en waarom? Ik kende de man niet, had ook nooit iets met hem van doen gehad, alleen een huis gevraagd. Afijn, we kregen uiteindelijk een flat toegewezen en genoten van elke seconde. In een huis wonen is nooit meer een gewoonte geworden, maar een kostbaarheid. Het is je thuis. Het is warmte en geborgenheid.

Gek hè, je leest een verhaal van de Omraam over de bron en dan komt het tot een stukje levensverhaal. Het is maar een klein stukje van ons leven dat ik nu heb beschreven. Ons leven is zwaar, maar altijd mooi geweest door de liefde voor elkaar, zelfs in de moeilijkste tijden. Moeilijkheden waren er veel in ons leven, heel veel. Echter de liefde voor elkaar is de bron van alles geweest. Het overwint elke berg, want samen ben je sterk en krachtig. Kun je alles aan wat het leven jou geeft om lessen te leren. Van niets in mijn leven heb ik spijt. Geen enkele fout hebben we elkaar verweten of kwalijk genomen. We maakten ze beiden en accepteerden en respecteerden dat. En dat is wat ik ieder van u mee wil geven. Neem elkaar zoals je bent, geniet van elkaar, elke seconde in het leven, ondanks alle tegenslagen in het leven. Die zijn allemaal te overwinnen. Liefde is de bron van het leven, geniet ervan. Drink die beker tot op de bodem leeg tot de laatste druppel. © Maus


Dagtekst van vrijdag 19 april 2013.

"Wat een diep en betekenisvol symbool is dat van de bron! Waarom? Omdat ze blijft opwellen en stromen. En deze bron in ons die nooit mag ophouden met opborrelen en stromen, zuiver en kristalhelder, dat is de liefde. Wat ons ook overkomt, en wat we ook doen, niets mag ooit onze bron beletten te stromen. Hoeveel personen beslissen niet om zich voor de anderen af te sluiten als ze ontdekken bedrogen te zijn! Doe dat nooit! Ook al heeft men je bedrogen, daarvoor stroomde in ieder geval je bron en jij was de eerste die van deze liefde die in je stroomde, profiteerde. Het is niet zo erg bedrogen te worden, het is belangrijker dat de liefde in je woont. Dus, wat de teleurstellingen, de bitterheid en beproevingen ook zijn, laat je bron stromen: juist zij zal je weer vreugde, inspiratie en kracht
geven."  Omraam Mikhaël Aïvanhov

Geen opmerkingen:

Een reactie posten